Over dat lastige ouders niet bestaan en hoe je constructief met lastig gedrag van ouders kunt omgaan. Leestijd: 2 minuten
Bij het lezen over ouderbetrokkenheid valt me op dat er met regelmaat wordt gesproken over ‘lastige ouders’. Dat triggert me, want op deze manier kijken werkt averechts. Daarmee komt er geen samenwerking tussen school en ouders tot stand. Het volgende gesprek ontspint zich in mijn hoofd
“Weet je, lastige ouders bestaan niet.”
“O nee?! En die vader dan, die mijn collega op hoge poten komt vertellen wat ze in de klas moet doen? Of ouders die hun ouderbijdrage niet betalen? Of die geen tijd hebben om iets te doen voor de school? Of die moeder die haar kind helemaal geweldig vindt en van de school eist dat hij veel meer uitdaging krijgt? Of van die ouders die niet verschijnen bij een oudergesprek of een ouderavond. Zijn dat geen lastige ouders dan?
“Nee, dat zijn geen lastige ouders. Dat zijn mensen die als ouders gedrag vertonen dat je lastig vindt.”
“Dat is een flauwe woordspeling, Femmy. Daar verandert niks mee. Ze blijven lastig.”
“Het gedrag blijft misschien lastig. Als je gaat zien dat het in de eerste plaats om mensen gaat, die gedrag vertonen dat jij lastig vindt, dan ontstaat er ruimte om anders naar de situatie te gaan kijken en oplossingen te vinden.”
“Mmmmmmm … hoe dan?”
“Met het begrip ‘lastige ouders’ vel je een oordeel over deze ouders en hun gedrag. Door te blijven bij wat de ouders feitelijk doen en het oordeel ‘lastig’ op te schorten, ontstaat er ruimte om je af te vragen wat er achter het gedrag van de ouders zou kunnen zitten. Waar komt dit gedrag vandaan? Waar zou het voor kunnen staan? Waar vragen ze met dit gedrag aandacht voor?
Niet dat je het gedrag direct goed moet keuren. Er komt ruimte voor nieuwsgierigheid, mogelijk voor begrip. Daardoor komt er weer ruimte voor contact. Met jezelf en met de ander. Een oordeel zit dat in de weg.”
“Ok, dus ik denk bijvoorbeeld niet langer ‘hij is een lastige vader’ als iemand binnenstormt om te vertellen hoe hij vindt dat de leerkracht moet handelen in de klas. Ik benoem voor mezelf wat er gebeurt: hier is een vader die met stemverheffing laat weten dat hij vindt dat dit en dit en dit in de klas anders aangepakt moet worden. En dan?”
“Dan ga je eerst bij jezelf na wat dit met jou doet. Misschien schrik je ervan. Misschien voel je woede opkomen, omdat je het niet vindt kunnen wat deze man doet. Of nog iets anders. Dat laat je er zijn en eventueel benoem je dat in het contact. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat dit belangrijk voor u is en dat u zich zorgen maakt om uw kind in de klas. Ik merk ook dat ik moeite heb met de manier waarop u dit gesprek voert, waardoor ik niet goed meer kan luisteren. Graag hoor ik van u wat er speelt. Ik heb nu een kwartier de tijd om met u te spreken. Daarin hoor ik graag wat u ziet bij uw kind. Mogelijk komen we dan ook tot een oplossing. Zo niet, dan maak ik graag een vervolgafspraak met u.”
“Mmmmmmm, dus ik laat iemand eerst weten dat ik hem heb gezien en begrepen. Dan geef ik eventueel aan, dat de manier waarop iemand communiceert het voor mij lastig maakt om te luisteren en wat ik daarin nodig heb. Dan geef ik aan wat mijn mogelijkheden zijn qua tijd op dat moment. Om vervolgens de ander uit te nodigen te vertellen wat er feitelijk aan de hand is met het kind in de klas.”
“Ja, zo laat jij je niet meeslepen door de emotie van de ander en help je de ander ook terug te gaan naar de feiten. De vader heeft dingen gezien, heeft daar een mening over gevormd en gevoelens bij gekregen. Het resultaat van dat hele proces krijg jij aan jouw bureau.
Door zelf te blijven waarnemen wat er op dat moment bij jou en de ander gebeurt – en daarmee dus niet hetzelfde te doen als deze ouder, namelijk ook een oordeel krijgen en je laten leiden door jouw emoties – kun je contact maken met de ander en van daaruit samen gaan ontdekken wat er nodig is voor het kind.”
“Dat klinkt wel heel krachtig en stevig. En nog niet zo gemakkelijk om te doen.”
“Het is ook krachtig en stevig. Op dat moment geef je namelijk leiding aan de situatie. Het is niet gemakkelijk, omdat je het niet gewend bent. Vaak zijn we ons niet zo bewust van wat we voelen en denken en laten ons leiden door wat er op ons afkomt. Door afstand te nemen en te gaan kijken, kun je zien wat er speelt. Dan dienen de oplossingen zich vaak als vanzelf aan. Het werkt en als je ziet wat de resultaten zijn, wil je niet anders en wordt het steeds meer een tweede natuur.”
“En hoe pas ik dat dan toe bij de ouders die niet betrokken zijn bij school? Met hen is er überhaupt geen contact. Met bovenstaande vind ik daarmee geen oplossing.”
“Ook daar begint het met stilstaan bij wat jij van het gedrag deze ouders vindt. Zet je oordelen eens op een rij en ga eens bij jezelf na wat je erbij voelt. Hoe staat dit het contact met deze ouders in de weg? Hoe zou je je willen voelen ten aanzien van deze ouders? En begin daar vandaag nog mee.
Reageer
Herken je wat ik hierboven schrijf? Waar wel en waar niet? En welke ervaring heb jij ermee? Ik hoor het graag. Laat je hieronder je reactie achter?!
En mocht je een specifieke situatie bij jouw op school willen bespreken, bel me gerust: 06-129 353 52. Hartelijke groet, Femmy
Heel herkenbaar Femmy, maar op dit moment heb ik een ouder die tegen andere ouders roddelt over een situatie die zij verkeerd vindt gaan in onze groep. Ik heb met haar gesproken en ze geeft toe dat ze de de situatie verkeerd heeft begrepen, maar de kwaadsprekerij is al geschiedt en achtervolgt ons nu. Wat nu??
Beste Jeannette, dat is een vervelende situatie. Graag hoor ik nog wat meer over de situatie om goed met je mee te kunnen denken. Ik stuurde je een mail met de uitnodiging even te bellen en laat je ook graag op deze manier weten dat ik met alle plezier even mee kijk. Tot horens?! Hartelijke groet, Femmy